رَحْمَةُ اللهِ تَعَالٰی عَلَيْه lasterende uitspraken hoorde over de Geliefde Profeet صَلَّى اللهُ تَعَالٰى عَلَيْهِ وَاٰلِهٖ وَسَلَّم, werd hij emotioneel. Hij protesteerde krachtig op de lasterende uitspraken zodat de lasteraars zich tegen hem zouden keren met het schrijven en niet tegen de Verheven Profeet صَلَّى اللهُ تَعَالٰى عَلَيْهِ وَاٰلِهٖ وَسَلَّم.
A’lā Ḥaḍrat رَحْمَةُ اللهِ تَعَالٰی عَلَيْه voelde zich vaak trots dat Allah عَزَّوَجَلَّ hem, in die tijden, een schild maakte voor de bescherming van de glorie van de Nobele Profeet صَلَّى اللهُ تَعَالٰى عَلَيْهِ وَاٰلِهٖ وَسَلَّم. Hij protest eerde krachtig en bitter op de lasterende uitspraken, zodat zij hun energie tegen hem zouden gebruiken. Gedurende die tijd konden ze de Geliefde en Gezegende Profeet صَلَّى اللهُ تَعَالٰى عَلَيْهِ وَاٰلِهٖ وَسَلَّم niet lasteren. Hij zegt in Ḥadāiq-e-Bakhshish:
Karūn tayray nām pay jān fidā
Nā bas aīk jān dau jaĥān fidā
Do jaĥān say bĥī naĥīn jī bĥarā
Karūn kyā kařořon jaĥān naĥīn
A’lā Ḥaḍrat رَحْمَةُ اللهِ تَعَالٰی عَلَيْه liet de armen nooit terugkeren, zonder wat te hebben gedoneerd aan hen. Hij hielp hen altijd. Zelfs tijdens de laatste momenten van zijn leven dacht hij aan hen. Hij stelde een testament op waarin hij aan zijn familieleden verzocht om voor de armen te zorgen, hen heerlijk voedsel te serveren en hen nooit iets te verwijten.