De Stille Prins

1.          In de bovenstaande context, waar thuis wordt vermeld, moeten degenen die met schoonfamilie wonen dat als thuis aannemen. Wanneer over ouders wordt gesproken, moeten zij hun schoonmoeder en schoonvader op een beleefde manier behandelen zolang er geen geldige (Shar’ī) reden is om dat niet te doen.

2.          In Masail-ul-Quran op bladzijde 290 is vermeld: ‘Reciteer de volgende Du’ā na elk gebed (met éénmaal Dūrūd Sharīf ervoor en na). اِنْ شَــآءَالـلّٰـه عَزَّوَجَلَّ, gezinsleden zullen de gezegende Sunnaĥ praktiseren en er zal thuis een Madanī omgeving ontstaan:

]اَللّٰھُمَّ  [ رَبَّنَا   ہَبۡ   لَنَا   مِنۡ   اَ زۡوَ اجِنَا   وَ ذُ رِّ یّٰتِنَا   قُرَّ ۃَ   اَعۡیُنٍ

وَّ  اجۡعَلۡنَا   لِلۡمُتَّقِیۡنَ    اِمَامًا  ﴿۷۴﴾[1]

Notitie: (اَللّٰھُمَّ) is geen gedeelte van de Vers van de Qurān

Wanneer een ongehoorzaam kind of volwassene slaapt, reciteer dan deze gezegende Ayah (vers) 11 dagen lang bij de hoofdzijde op een dusdanige volume dat degene niet wakker wordt:

 



[1] Vertaling van Kanz-ul-Imān: En zij die zeggen: ‘Onze Heer, maak onze echtgenoten en kinderen tot rust der ogen, en maak ons tot voorbeeld voor de vromen.’ 

(Sūraĥ Al-Furqān, Vers: 74)

Index